Hoefziekten.
- Wat kun je doen om de hoef gezond te houden. Een goede stal hygiëne is zeer belangrijk.
- Regelmatig uitkrabben van de hoeven, minimaal twee maal in de week.
- Ook speelt voeding een belangrijke rol om de hoef gezond te houden.
Aanvulling op 1. en 2. : Als de hoeven niet regelmatig worden uitgekrabd, kunnen
schimmels en bacteriën in de vuile hoef ongehinderd groeien. Een hoef die erg stinkt
is aangetast door deze schimmels en bacteriën en moet zo snel mogelijk behandelt
worden. Wanneer er tijdig actie wordt ondernomen is de kans groot dat de schimmels
en bacteriën verdwijnen. De aangetaste delen van een hoef worden door de hoefsmid
zoveel mogelijk verwijderd. Daarna wordt de hoef behandeld met jodium, waterstofperoxide
of honing om de groei van de bacteriën en schimmels tegen te gaan.
Er zijn twee soorten ziekten; rotstaal en White Line Disease. Bij rotstraal tast
de bacterie de middelste straalgroeve, de straalgroeven aan de zijkant en vaak later
ook de hoeflederhuid aan. De hoef wordt al het ware van binnenuit weg gevreten.
Bij de White Line Disease of Witte Lijn Ziekte is er een schimmel (Geotrichum) samen
met bacteriën actief. Door bijvoorbeeld een scheur in de hoef of een andere beschadiging
dringen de bacteriën binnen in de witte lijn. Vervolgens ontstaat er een netwerk
van schimmeldraden en bacteriën die ervoor zorgen dat de witte lijn geheel oplost/verdwijnt
en dit leidt tot een losse hoefwand.
Beide aandoeningen zijn te vermijden door goede stalhygiëne, regelmatige beweging
van het paard en voldoende weidegang. Vooral een droge stal is voor de hoeven van
groot belang. Het ammoniakzuur dat ontstaat uit mest en urine tast de hoeven aan
waardoor de hoeven verzwakken en de bacteriën en schimmels kunnen groeien.
Aanvulling op 3: De voeding van een paard moet voldoende vitamines en mineralen
bevatten. In de zomermaanden krijgen de paarden bij weidegang voldoende vitamines
en mineralen binnen. In de winter kan het verstandig zijn om paardenbrokken bij
te voeren.
Pas vooral in het voorjaar op met het jonge gras, dit kan namelijk hoefbevangenheid
veroorzaken. Ook teveel krachtvoer of kuilvoer kan hoefbevangenheid veroorzaken.
Sommige rassen zijn gevoeliger voor hoefbevangenheid, bijvoorbeeld shetlanders,
fjorden, haflingers en ook ezels. De eerste symptomen van hoefbevangenheid zijn;
warme hoeven, stijver en gevoelig lopen, in rust zijn de voorbenen naar voren geplaatst
en de achterbenen verder onder het lichaam. De hoeven vergroeien door hoefbevangenheid,
dit is onder andere te zien aan de bredere witte lijn in de hoef en extreme hoorngroei.
|